Sinds ze alleen naar het dal is gegaan, om hulp te halen voor de gewonde schaapherder, zijn alle schapen trots op Lotje. Alle schapen? Nee. Een paar jonge schapen van de kudde, geloven dat zij zelf de besten zijn. Ze noemen zichzelf ‘de wolven’, en wat ze het liefst doen is de kleintjes pesten door ze te vertellen dat ze ‘s nachts jankende wolven hebben gehoord. 

Op een nacht horen de schapen echt wolvengehuil in de verte. ‘de wolven’ hebben plotseling geen praatjes meer… 
Wie heeft als enige de moed om uit te gaan vinden hoe het zit met dat gehuil? 
Lotje natuurlijk! Lotje is voor niets en niemand bang. En ze weet ‘De wolven’ en passant op hun nummer te zetten