Midden in een brede rivier ligt het rijk van koning Ignaz, een eiland waar de mensen al zo lang ze zich kunnen herinneren in alle rust gelukkig leven. Dat lijkt heel leuk, maar dat is het niet voor iedereen: de wachtmeester heeft al zijn hele leven niets te doen. En nu is hij daar ziek van geworden. Zo ziek dat maar één ding hem beter kan maken: een echte rover op het eiland. Een rover waarop hij jacht kan  maken.

Finn, de stalknecht, maakt zich zorgen om de gezondheid van zijn vriend de wachtmeester, maar wat kan hij doen?

‘Als jij een echte ridder was,’ zei Alicia ten slotte, ‘dan zou je er nu op uit trekken om een rover voor de wachtmeester te zoeken.’
‘Ik weet helemaal niet hoe een rover eruitziet, of waar ik die vandaan moet halen. Of hoe ik hem zover krijg dat hij bij ons als rover begint.’
‘Klopt. Bovendien ben je maar een gewone stalknecht,’ zuchtte Alicia. ‘Wat we nodig hebben is een echte ridder. Die kan dan ook met mij trouwen als hij weer terugkomt en een rover heeft meegenomen. Tenminste, als hij niet alleen maar ridder is, maar ook een prins. Want prinsessen trouwen alleen maar met prinsen.’

Finn verzamelt al zijn moed en gaat op zoek naar een rover. Een tocht die natuurlijk levensgevaarlijk is – want dat zijn rovers nou eenmaal.

Udo Weigelt schrijft een verrukkelijk sprookjesachtig met draken, tovenaars, goudlibellen… maar rovers? Marieke Nelissen, een van de Nederlandse winnaars van de Lemniscaat Illustratiewedstrijd 2015, geeft Ignazië en zijn bijzondere inwoners kleur.

‘De sfeer is sprookjesachtig en avontuurlijk en de tekeningen zijn dromerig, maar zitten toch vol grapjes.’ – Kidsweek

‘een spectaculair avontuur vol fictieve figuren en jonge helden. De waanzinnig mooie illustraties van Marieke Nelissen brengen het verhaal nog meer tot leven en maken het boek echt af.’ – In de boekenkast